In theorie:
Antiracisme gaat over het actief bestrijden van racisme in al zijn vormen: van rassenhaat en vooroordelen tot institutioneel racisme en de onderdrukking van gemarginaliseerde (etnische) groepen. Het gaat dus verder dan je enkel ‘niet racistisch’ opstellen. Antiracisme betekent bewust bijdragen aan het afbreken van racistische machtsstructuren en opkomen voor de emancipatie van groepen die door racisme worden benadeeld (zie ook de definitie van racisme). Omdat vormen van ongelijkheid vaak samenhangen, wordt antiracisme idealiter intersectioneel benaderd: met oog voor hoe racisme zich verstrengelt met andere vormen van discriminatie, zoals seksisme of klassisme.
In de praktijk:
In het onderwijs is antiracisme mogelijk op institutioneel en pedagogisch niveau:
- Institutioneel gezien gaat het om beleid dat actief racisme binnen het onderwijsinstituut en op hogere beleidsniveaus bestrijdt.
- Pedagogisch gezien is het ‘antiracist pedagogy’ kader van Columbia University een goede samenvatting van mogelijke anti-racistische praktijken in het klaslokaal:
-
- Zelfstudie en het (h)erkennen van racisme
- Onderzoek je positionaliteit en (on)bewuste vooroordelen
- Curriculum en cursusopzet met expliciete antiracistisch intentie ingerichten
- Zorg voor een meelevende klasgemeenschap en behandel studenten gelijkwaardig
- Betrek de bredere campusgemeenschap en zet je in voor actie buiten het klaslokaal
Maatschappelijke discussie:
Zie Kleurenbewust kader.